donderdag 31 oktober 2013

Москва

Een nieuwe vriendschap in 1 week.

Van 11 t/m 19 oktober ben ik op uitwisseling naar Moskou geweest. Dat was een geweldige ervaring, ik heb veel gezien en gedaan en erg veel geleerd. Dit waren veelal leuke en interessante dingen. Maar het leukste was, dat ik een goede vriendschap heb opgebouwd met mijn uitwisselingsstudent: Eleonora. Aangezien ik dat het leukste vond, zal ik hier over schrijven.

Het contact vooraf verliep helaas stroef. Ik kreeg haar gegevens en introductiebrief pas erg laat, en ik kreeg steeds erg weinig reacties op e-mails. Toen ik aankwam in Moskou, was ik dan ook lichtelijk bezorgd of ik wel direct iets zou kunnen vinden om over te praten. En dit was ook niet direct een succes. Bij de eerste ontmoeting bleek dat Eleonora (Elya in het kort) erg verlegen was, en dat haar Engels te wensen over liet. Bij de eerste avond heb ik kennis gemaakt met haar oma, moeder en zusje, maar het gesprek dreigde al gauw stil te vallen. Ik heb me gelukkig kunnen redden door wat te praten over foto's die ik had meegenomen en wat cadeaus uit Nederland te geven.
De tweede dag was er erg veel gelegenheid om te praten. Ik heb toen in totaal zo'n 7-8 uur in de bus naast haar gezeten, naar een historisch stadje buiten Moskou genaamd Pereslavl-Zalessky, of Переславль-Залесский. Ik ben toen niet stil geweest, ik heb haar veel vragen gesteld en vooral zelf veel verteld over van alles en nog wat. Haar verlegenheid verdween toen langzaam, dus praten werd steeds makkelijker. Ook de daaropvolgende dagen heb ik zoveel mogelijk geprobeerd te praten, wat steeds beter lukte. Dat kwam omdat we elkaar steeds beter leerden kennen en elkaar erg aardig vonden, en misschien nog belangrijker, ze begon duidelijk steeds beter Engels te praten. Dit was natuurlijk leuk om te horen. 

Dat de communicatie zo goed uitgepakt is, is natuurlijk leuk, maar nog belangrijker voor mij was de vraag: zou ik haar een aardig persoon vinden?
Hierop bleek het antwoord gelukkig ja te zijn. Dit werd langzaamaan steeds duidelijker. Het eerste wat we echt met z'n tweeën hebben gedaan, buiten het programma om, was een film kijken: Iron Man. Na wat nadenken besloten we die te gaan kijken op het internet. Dit was echter nog niet gemakkelijk, want het kostte aardig wat tijd om die film ergens te vinden. En toen dat eindelijk gelukt was, viel na een half uur de laptop uit wegens oververhitting. Lekker dan. Echt een succes was dit niet, maar het stukje dat we gezien hebben viel in de smaak bij Eleonora, en we hebben hard samengewerkt om het hele zaakje aan de praat te krijgen, dus we hebben wel echt wat samengedaan, en dat vond ik leuk. 
Verder hebben we samen nog veel andere leuke dingen samen gedaan: we zijn naar het circus geweest, hebben muziek geluisterd, een grappig stripboek van Simon the Cat gekeken, nog een film gekeken, en zelfs het maken van een powerpointpresentatie was leuk. We hadden erg veel interesses gemeen, zoals muzieksmaak, humor, films, en we hebben vaak met vereende krachten haar zusje de kamer uit moeten werken. Dat alles was echt heel leuk, niks van de uitwisseling kon daar aan tippen.
En toen uiteindelijk het afscheid kwam, viel het eigenlijk wel zwaar. Ik wilde nog lang niet weg, daarvoor had ik het veel te leuk. Ik kende haar net echt goed, en ik begon me net thuis te voelen. Maar langer blijven kon toch echt niet. En dit wilde ik niet. En zij wilde niet dat ik wegging. Dus bij het afscheid waren we allebei een beetje sip, en we kunnen beide niet wachten tot de Russen naar Nederland komen.

 Dus, ik denk dat ik veilig kan zeggen dat ik een succesvolle week in Moskou heb doorgebracht, vooral dankzij mijn uitwisselaar. Ik heb veel leuke gesprekken met haar gevoerd, ik ben veel over haar te weten gekomen en het belangrijkste: we hebben samen veel plezier gemaakt. Mijn kennismaking met haar heeft er voor gezorgd dat dit een ervaring is die ik nooit zal vergeten. En daar ben ik haar dankbaar voor.


zondag 29 september 2013

Forumreactie Nelson, 4B

In het artikel "school moet 'leuk' zijn, dus het boek is uit de gratie" door Martin Slagter, Volkskrant, 22-03-13, claimt Slagter dat het boek uit de gratie begint te raken. Hier ben ik het niet volledig mee eens, maar ik heb vooral een probleem met zijn argumentatie. Hij zegt dat dit komt door de manier waarop Nederlands wordt gegeven in het onderwijs.
Het stuk wat mij het meest onwaarschijnlijk lijkt, is het stukje waarin hij meent dat aan spellen, lezen, schrijven en grammatica geen of bijna geen aandacht wordt besteedt. Dit gebeurt wel degelijk. Ik krijg op school nog regelmatig dictees, grammatica is 2 jaar een apart vak, schrijfopdrachten worden veel gegeven en lezen word in de les veel gedaan en 12 klassiekers moeten gelezen worden. En het is er vooral niet op gericht dat het leuk moet zijn. Ik durf dit niet gebrekkig Nederlands onderwijs te noemen.
Op de basisschool is het ook niet allemaal op plezier gericht. Ik maakte het hele jaar oefeningen, met maar 1 spreekbeurt per jaar. Ook niet puur leuke, interactieve dingen.
Er wordt ook zeker niet 1 uur Nederlands per week gegeven. Bij mij staat dit gemiddeld op 3, en ik kan me niet voorstellen dat dit op alle andere scholen anders is.
Hij zegt ook dat "Jan en alleman" tegenwoordig Nederlands geeft. Dit is ook niet waar. Het gebeurt vast, dat ontken ik niet, maar het is niet zo dat het grootste deel van de docenten Nederlands geen (fatsoenlijke) opleiding gehad heeft.
Als laatste geeft hij een argument over de opvoeding van kinderen door hun ouders. Hij zegt dat ouders moeilijke aspecten van de opvoeding steeds meer achterwege laten. Met als voorbeeld: Het stimuleren van fatsoenlijk Nederlands leren lezen en schrijven. Ik vind dit onzinnig. Lezen en schrijven wordt niet achterwege gelaten, er is simpelweg minder tijd om het aan ze te leren.

zondag 16 juni 2013

National Security Agency? No security agency!

Afgelopen week is het bericht de wereld in gegaan, dat de National Security Agency (NSA) in Amerika al vele jaren een programma heeft lopen dat onder andere al onze e-mails, Facebook- en Skype-bericht opneemt. Dit in strijd met de Amerikaanse rechten en die van vele andere landen. President Obama heeft hier niks aan gedaan, wat voor velen een zware teleurstelling is. Laatst heeft ene Edward Snowden dit boven water gehaald. Bradley Manning publiceerde dit vervolgens op Wikileaks. Edward Snowden heeft naar China kunnen vluchten, maar Bradley Manning is door de regering naakt in een cel gegooid. Deze handeling is door de VN als onmenselijk en wreed bestempeld.
Ik stond helemaal versteld toen ik dit hoorde. Ik was al niet bepaald onder de indruk van Amerika, maar nou dit weer... Vooral dat Obama, die o zo geweldige president, hier niks aan deed vind ik verbazingwekkend, ook al begon deze affaire al voor hem, onder president Bush. Hij had op zijn minst wel aan de bel mogen trekken, in plaats van dat twee burgers dat moesten doen. En die zitten nu diep in de stront. Als Obama  iets  had gedaan aan de werkwijze van de NSA, was het vast wat beter gegaan dan dit.
Ik vind het ook erg opmerkelijk dat het zoveel jaar geduurd heeft voordat men hier achter kwam. Vaak gebeurt het dat programma's zoals deze na een jaartje of twee achterhaald worden, maar zo niet deze keer. Daar waren wel vijf of zes jaar voor nodig. Ik vind het knap dat  het zo lang geheim gebleven is, maar om nou te zeggen dat ik er blij mee ben ....
En tenslotte sta ik weer eens versteld van hoe erg we worden voorgelogen door  de overheid. Altijd staan in de privacyvoorwaarden van Facebook, Gmail, Skype of nog zoiets dat ze heel goed met je gegevens zullen omgaan en ze die altijd geheim zullen houden. Tot zover die belofte. Ik wordt er altijd zo moedeloos van als dit soort dingen boven water komen. Worden wij verondersteld de overheid te steunen als zij zo met onze gegevens omgaan? Wat mij betreft niet. Helaas kunnen wij hier niks aan doen.
Op één ding na dan. Zorgen dat Edward Snowden en Bradley Manning op vrije voeten komen en blijven. Door online petities te tekenen. Een van deze petities is die van Avaaz. Die is nu meer dan een miljoen keer ondertekend. Manning is nu verhuisd naar een betere cel een heeft weer kleren aan, en Snowden is nog steeds op een vrij man. Zo kunnen wij de overheid tonen dat zoveel mensen het niet met hen eens zijn. Dat wij hen een stelletje achterbakse figuren vinden. Ons laten horen.
Wat er nu met het programma gaat gebeuren, weet ik niet. Ik hoop natuurlijk dat het stopgezet gaat worden, maar dit is waarschijnlijk teveel gevraagd. Die achterbakse overheden zullen wel weer gewoon achterbaks blijven. En wat kunnen wij doen? Weer eens niets, behalve voorzichtig zijn met wat we online zetten en petities tekenen. Wees alstublieft gewaarschuwd en laat je horen.

dinsdag 28 mei 2013

Ingezonden brief.

Schrijfvaardigheid: Publieksgerichtheid.

Ik wil graag reageren op het artikel van de heer Sanders van 7 mei 2012. Daarin zegt hij dat dodenherdenking een “Jodenherdenking” wordt. Dit vanwege acties die Joodse organisaties ondernemen om dodenherdenking Joodvriendelijk te houden.
Ik ben het hier niet mee eens. Ik vind dat hij sterk overdrijft. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘Als Auke de Leeuw, een jongen van vijftien, op de Dam een gedicht wil voordragen waarin hij een oudoom herdenkt die koos voor een verkeerd leger, dan weet het Nederlands Auschwitz Comité dit te voorkomen’. En: ‘Belangenvereniging Federatief Joods Nederland voorkwam via de rechter dat tijdens de dodenherdenking in Vorden, Gelderland, ook tien Duitse dienstplichtigen werden herdacht.’Als die twee acties alles zijn, zie ik niet in waarom de heer Sanders dit Joodse monopolisering noemt. Twee gevalletjes betekent nog niet dat ze oppermachtig zijn. Ik vind dat hij hier erg overdrijft.
 Bovendien denk ik dat die twee organisaties helemaal niet zo veel kunnen bereiken. Maar 0,3% van de Nederlandse bevolking is Joods, en maar een handjevol van die mensen zitten in die organisaties. Zelfs sommige mensen die de oorlog hebben meegemaakt zijn het soms niet met bovengenoemde organisaties eens. Als de  steun voor die organisaties groter was geweest, dan was ik het met de heer Sanders eens geweest, maar nu zeker niet.
Ook belangrijk om niet te vergeten, is dat die Joodse verenigingen heel erg weinig invloed kunnen uitoefenen op herdenkingen die mensen thuis houden. Als mensen daar een oudoom of Duitse dienstplichtigen willen herdenken, wie kan ze dan tegenhouden? Zeker niet zo’n klein groepje mensen.
Ik vind dat de heer Sanders zich te druk maakt. Het zijn maar weinig mensen die die “Jodenherdenking” steunen, en de rest van de mensen kan geloven wat hij of zij wil.



Nelson Waakop Reijers.

dinsdag 14 mei 2013

Interview: Gijs Anders van Straalen.


Dit interview is met Gijs Anders van Straalen. Hij percussionist, 39 jaar en woont in Gorinchem. Hij drumt sinds zijn vijfde en heeft sinds zijn negende les. Hij is afgestudeerd aan het conservatorium van Amsterdam en heeft daarnaast ethno-musicologie gedaan. Ik heb hem geïnterviewd omdat ik later zelf ook iets met drums of percussie zou willen doen.

Goed, wat doe je als percussionist precies?

Nou, dat is meteen al een lastige vraag. Er zijn megaveel soorten percussie. Dat komt doordat er zo veel culturen zijn met hun eigen muziek. Zelf maak ik onderscheid tussen een paar groepen. Dan zeg ik er wel bij dat de grenzen vaag zijn en er veel cross-overs gemaakt worden. De eerste is echt drummers. Dan heb je ook traditionele muzikanten. Dat zijn muzikanten die geworteld zijn in een bepaalde cultuur of een land, zoals Cuba of Brazilië. Dan zijn er mensen, zoals ik, die ik nieuwe percussionisten noem, die vanuit hun Jazz-/Popachtergrond muziekinstrumenten uit tweede hand leren. Die proberen om niet-Westerse muziekinstrumenten en –stijlen in te passen in Westerse muziek. In de jaren ’50 is dit begonnen. De laatste categorie is de klassieke slagwerker. Dat zijn de mensen die vanuit een Westerse achtergrond spelen. Ik zeg er meteen bij, dat sinds de jaren ’50, maar vooral de laatste 20 jaar veel klassieke slagwerkers in de leer gaan bij buitenlandse meesters, bijvoorbeeld muziek uit India, wat als de top voor ritmiek geldt.

Ok. Zijn percussieinstrumenten vooral ritmisch of melodisch?

Ah, grappig dat je dat nu zegt. In eerste instantie zou je denken dat het vooral ritmisch is, maar bijvoorbeeld een Cubaanse of Antiliaanse percussionist ziet dat echt als melodisch instrument. Steeldrums of conga’s bijvoorbeeld. Dingen als bijvoorbeeld een tamboerijn of triangel zijn erg ritmisch, als moeten de goeie toonhoogte hebben. Anders verstoren ze de melodie. Je begint vaak als ritmemaker, maar naarmate je vordert wordt je steeds melodischer. Dat is vaak de ontwikkeling bij percussionisten.

Dat sluit wel mooi aan op de volgende vraag. Is het dan ook belangrijk voor de andere muzikanten?

Dat ligt er heel erg aan of het bij de basis van de muziek hoort. Je vindt altijd zelf dat je niet gemist kan worden. Dat stuk van jou bijvoorbeeld (La Gazza Ladra, Rossini), waar je opent met een roffel, die hoort dan bij het stuk. Zonder die roffel is het stuk er niet. Maar als je bijvoorbeeld in popmuziek de shaker of tamboerijn weghaalt, flowt het een stuk minder, maar de band speelt gewoon door. Als er in een band wordt bezuinigd, zijn dat meestal de blazers en de percussionisten.

Maar die percussie is vaak wel met de computer te programmeren.

Dat is waar, maar dan zit je vast aan een bepaalde clicktrack. Het is niet zo dat er iemand echt meeflowt. Het is dan vaak wel zo dat de drummer dan een paar dingen als tamboerijn enzo erbij neemt, maar het is niet hetzelfde. Nog ergeros het, als een zanger of zangeres het doet .

Dan wordt het zeker weer een ritme-instrument?

Ja, maar het is gewoon niet hetzelfde als een percussionist die reageert op wat de rest van de band doet. Bepaalde muziek kan niet zonder, zoals Braziliaans. Het kan wel met een drumstel, maar dan zie je vaak dat de drummer er nog een paar extra dingen bij heeft. Het kan wel, maar liever niet.

Je zei net dat er heel veel verschillende stijlen zijn qua percussie, maar moet je je daar dan ook veel in bijscholen?

Zeker. Je moet veel leren. Ik heb al snel gemerkt dat het godsonmogelijk is om echt alles te kunnen. Ik heb mensen gezien die megagoed zijn in conga, of marimba, maar die hebben gekozen om zich daarin te specialiseren en daar te beste in te worden. Voor mij werkt dat niet. Het is wel handig om enigszins keuzes te maken. Ik speel met een hele hoop verschillende instrumenten, maar ik heb wel keuzes gemaakt om me in een paar instrumenten te verdiepen en te blijven verdiepen. Cajon is er een van, Pandero, Bongo en handpercussie, zoals shakers, tamboerijn, en udu. Vooral udu. Dat is ritmisch zo’n complex instrument dat ik daar elke dag wel een half uur mee probeer te oefenen. Dat is voor mijn werk belangrijk, zodat het groovet, maar ook vind ik het gewoon kicken om te doen. Dat je met een mandje en een shakertje en dat soort dingen een groove kunt neerzetten, en daar de wereld mee over kan, zoals ik. Dat zijn de instrumenten waar ik het meeste aan doe. Maar sinds kort ook elektronische drums. Als ik bijvoorbeeld een stukje moet spelen wat in de studio prima te doen is, maar live niet, kan ik het opnemen, zodat ik live nog wel mezelf hoor. Dat vind ik fijn, met mezelf meespelen. Het is dus in het algemeen belangrijk om keuzes te maken. Ofwel voor een bepaalde stijl, ofwel voor een bepaald idioom, zoals Jazz. Als ik bijvoorbeeld gebeld zou worden om pauken te spelen, zou ik zeggen “hier is het nummer van Nelson, bel hem maar”, want ik kan dat niet. Daar moet je ook eerlijk in zijn.

Ok, de volgende vraag past hier ook wel een beetje bij: wat zijn de instrumenten die je altijd bij je hebt?

Dat is echt een hele goede vraag. Stel, ik zou gebeld worden door een artiest waarvan ik  de muziek niet echt ken, zou ik die dingen waarin ik gespecialiseerd ben meenemen.

Goed, we gaan nu op een iets ander onderwerp over. De volgende vraag is met wie jij nu allemaal samenspeelt.

Ik speel nu met Wouter Hamel, daar speel ik al een paar jaar mee.

Dat is toch ook een van je grotere projecten?

Ja, ik speel daarmee allemaal heel grote festivals, ook op veel verschillende plekken in de wereld, zoals Azië.
Ik heb ook een soloproject, Blistered. Ik heb ook pas een tour met Janne Schra gedaan. Maar ik heb zoveel verschillende dingen gedaan, van Hiphop tot Jazz, echt te gek.

Verlopen die projecten meestal goed?

Ja, altijd wel eigenlijk.

Zijn er wel projecten die minder goed verlopen zijn?

Nee, die zijn altijd wel goed verlopen. Er zijn wel tours waarmee ik het niet altijd muzikaal met mensen kon vinden. Die zijn dan wel goed, maar ze hadden niet helemaal mijn stijl. Maar als het wel goede muziek is, vind je wel altijd een plek waar je denkt: “Hé, hier kan ik wel mijn ding doen”. Ik wordt tegenwoordig wel steeds compromislozer. Dus dat wil zeggen dat ik minder geneigd ben om mijn stijl aan te passen aan wat er gevraagd wordt.

Dan ga je dus echt een eigen stijl ontwikkelen?

Ja, op een gegeven moment wil ik wel dat mensen me gaan vragen om wat ik meebreng, in plaats van dat ze iemand nodig hebben die toevallig op een tamboerijn kan spelen. Dat is ook prima. Voor mij is dat op moment alleen minder belangrijk. Daarom ben ik Blistered begonnen. Zodat ik meer mijn ding kan doen. Dat het dan geen commerciële waarde heeft. Dat je iets kan maken wat jij dan 100 % bent. Dat je als je tachtig bent en een cd opzet, je dan kan zeggen “hier hoor ik mezelf’. Dat is nu niet altijd zo. Dat kan ook niet altijd. Mensen doen er soms verstandig aan om niet te veel naar mij te luisteren. Dat ga jij ook merken. Daarom moet jij er iets bij hebben waarvan je denkt: “nu ga ik mijn eigen ding doen”. Iets waarvan je denkt: Dit is van mij. Je kan nu iets verzinnen, en meerdere mensen zeggen dan: “Hé, dat is leuk” en voor je het weet sta je al op het podium en heb je een tour. Dat is de kracht van muziek.

Goed. Zijn er ook nog dingen die je van plan bent in de toekomst?

Ja. Waar we het net nog over hadden, mezelf meer neerzetten als een artiest dan als een sessiespeler. Sessiespel is leuk hoor, maar ik zou het leuk vinden als ik meer gevraagd zou worden om het artistieke dat ik meebreng.

Ok, nu het volgende deelonderwerp. Hoe kun je al die dingen goed inpassen in je leven?

Door van week tot week en van dag tot dag een agenda te maken. Dat geldt niet alleen voor muziek, maar ook voor je gezinsleven, privé-leven, vrije tijd. Soms moet je gewoon een kruis zetten in je agenda. Maar ik zeg vaak ’s avonds dat ik de studio inga, want het is wel nodig. Je moet je vak wel onderhouden, je moet studeren zodat je blijft groeien. en niet alleen de dingen spelen die je al tien jaar speelt.

Heb je wel eens problemen gekregen met de tijd indelen?

Ja, zeker. Dan probeer je onderweg nog te schrijven. Het gebeurd niet vaak, maar soms wel. Dat is wel irritant.

Goed, laatste deelonderwerp. Verdien je er genoeg aan om ervan te kunnen leven.

Vaak wel en soms ook niet. Dat ligt eraan welk project het is en of je werk hebt. Je moet altijd een beetje sparen, en je moet altijd vooruit denken. Proberen witte vlekken in je agenda vol te krijgen. Dat is soms lastig. Maar, wat het is, ik heb wel lang geleden besloten dat het avontuur een essentieel onderwerp van mijn beloning. Ik verdien liever wat minder, maar zit wel elk jaar drie keer in Tokio. En dan denk ik, tja, ik mag dan wel niet zoveel verdienen als een advocaat, maar wat ik heb meegemaakt, zelfs als ik nu zou stoppen, dan heb ik voor de rest van mijn leven verhalen. Mensen die ik ontmoet heb, plekken waar ik ben geweest, dat is het enige wat voor mij telt uiteindelijk. Geld kun je niet meenemen, maar herinneringen blijven.

Zou je het dan ook aanraden? Of alleen aan een bepaalde groep mensen?

Aan een bepaald type. Als je niet tegen onzekerheid kan, niet doen. Een ander ding is, dat je een flexibele geest moet hebben, maar ook erg gedisciplineerd moet zijn, kritisch zijn voor jezelf. Dat is een gekke combinatie. Alle goede muzikanten die ik ken, hebben dat. Als ik een gig speel, kunnen we tot een paar seconden voor het begin keten, maar op het moment  dat de eerste noot gespeeld is, is iedereen gefocust. Dan gaat er een knop om. En die knop moet je hebben. Het is niet als een schilderij dat je kunt aanpassen. Als het gespeeld is, is het gespeeld en komt het niet meer terug, nooit meer. Het vraagt dus een bepaalde persoonlijkheid.

Als je zo’n persoonlijkheid hebt, zou je het dus kunnen doen?

Dan nog zijn er heel veel voorwaarden, de persoonlijkheid is er maar een voorwaarde van.

Goed, dat waren alle vragen. Heel erg bedankt!

dinsdag 12 februari 2013

Op de hals halen = betalen!

Mensen die bewust een gezondheidsrisico nemen, moeten meer ziektekosten betalen.

Veel mensen nemen bewust een gezondheidsrisico, door bijvoorbeeld te roken, drinken of te veel te eten. Als deze mensen er gezondheidsproblemen door krijgen, worden die (gedeeltelijk) door de ziektekostenverzekering betaald. Ik vind dat die mensen meer ziektekosten moeten betalen. Hiervoor heb meerdere argumenten. Ook behandel ik enkele tegenargumenten.
  1. Stimulans om te stoppen.
  2. Ze kunnen overlast veroorzaken.
  3. Het kost de overheid geld.
  4. Andermans geld wordt niet goed uitbesteed.
  5. Tegenargument: Ziektekosten zijn toch bedoeld om mensen met gezondheidsproblemen te helpen?
Argument 1.

Mensen met een gezondheidsprobleem moeten daar natuurlijk vanaf komen. Maar als ze het hadden kunne voorkomen, was dit niet nodig geweest. Als die mensen als een soort bestraffing meer ziektekosten moeten betalen, zijn ze meer geld kwijt en dat vinden ze niet leuk. Dit zou een extra stimulans kunnen zijn om te stoppen met roken of iets anders. Als ze dan gestopt zijn, hoeven ze die extra kosten niet meer te betalen.
Argument 2.
 Sommige verslavende stoffen kunnen agressief gedrag opwekken bij het gebruik ervan. Hier kunnen andere mensen last van hebben, als ze bijvoorbeeld worden aangevallen. Hier komen ook ziektekosten vandaan. Doordat verslaafden extra geld betalen, is er meer geld beschikbaar voor dat soort gevallen. Ook kunnen mensen er op andere manieren last van hebben. Daarom zouden deze extra kosten als een soort bestraffing op de normale kosten gelegd kunnen worden.

Argument 3.
Vooral verslaafde mensen kunnen de overheid geld kosten. Verslavingen gaan vaak samen of monden uit in misdaden. De meeste mensen in gevangenissen zijn dan ook ergens aan verslaafd. Als iemand in de gevangenis belandt, betaalt de overheid hun ziektekosten. Als dat soort mensen extra ziektekosten zouden betalen voor hun gevangenschap, zou daar dat geld vandaan komen in plaats van van de overheid. Ook zijn mensen met verslavingen, maar ook met overgewicht e.d. eerder arbeidsongeschikt, en dat is nooit goed voor de maatschappij. Die mensen bouwen zo ook een kleiner pensioen op, en daar kunnen ze later ook problemen mee krijgen

Argument 4.
Verlavingsprogramma's kosten geld. Deze programma's worden betaald uit de ziektekostenfondsen. Andere mensen betalen hier aan mee. Ik vind dit niet eerlijk, want ze hebben het probleem zelf veroorzaakt. Daar hoef jij niks aan te doen. Als ze zelf meer geld zouden betalen, zouden zij zelf betalen voor hun verslaving.
Tegenargument.
Je kan nu natuurlijk zeggen: Maar ze hebben een gezondheidsprobleem, en het ziektekostenfonds is toch juist bedoeld om dat op te lossen? Dit is ook mijn tegenargument. Het is wel waar dat het ziektegeld moet worden besteed aan de kosten van gezonheidsproblemen van mensen. Maar dit moeten wel ongelukken zijn.  
En een verslaving is helemaal geen ongeluk. Daar had je zelf iets aan kunnen doen. Hier wordt ook weer duidelijk gemaakt dat die extra kosten een soort bestraffing zijn. Dus dit argument vind ik dus niet goed.

Slot.
Ik vind dus dat mensen met bewust genomen gezondheidsproblemen meer ziektekosten moeten betalen. Dit vind ik omdat die mensen andere mensen kunnen lastigvallen, het ziektegeld niet goed laten uitbesteden en de overheid geld kunnen kosten. Ook kan het later een probleem voor henzelf worden. Doordat ze meer kosten betalen, zijn ze eerder geneigd om te stoppen en kan dit allemaal voorkomen worden. Dus met een verslaving of overgewicht of zoiets anders, moet je meer bestraffing hebben dan het feit dat je dat probleem hebt.

donderdag 7 februari 2013

Klachtenbrief.

N. Waakop Reijers
Martinus Nijhoffstraat 26
4207 RR Gorinchem
0183-628224
nelson.waakopreijers2@gmail.com

Buitensportwinkel Hamster bv
Oude Gracht 31
2011 GL Haarlem

Gorinchem, 7 februari

Geachte meneer Woudstra,

Ik heb een klacht over een paar schaatsen die ik kort geleden bij uw winkel gekocht heb.

In oktober heb ik een paar afgeprijsde schaatsen besteld. Uw personeel heeft deze bestelling echter niet doorgegeven.

In november kwam ik in uw winkel terug en kwam ik erachter dat mijn bestelling niet was doorgegeven en dat die soort schaatsen bovendien uitverkocht was. Daarom moest ik een ander paar kopen, waardoor ik €25 meer kwijt was dan ik gepland had.

Al bij de eerste training trok ik de veterbevestiging kapot. Toen was ik het zat en ging ik terug naar uw winkel, om mijn geld terug te vragen. Uw personeel bood nog aan de schaatsen te laten repareren, maar dit wilde ik niet meer. Mijn geld kreeg ik echter niet terug. In plaats daarvan ontving ik een tegoedbon die binnen twee maanden in uw winkel besteed moet worden.

Mijn klacht is dat ik niet tevreden ben over de service in uw winkel en de kwaliteit van uw producten. Ik vraag u nogmaals vriendelijk om mij mijn geld terug te geven. Als dit niet gebeurt, voel ik me genoodzaakt de klacht bij de consumentenbond in te dienen.

Ik verwacht binnen twee weken antwoord terug.

Hoogachtend,

N. Waakop Reijers.

dinsdag 8 januari 2013

Een schot in de roos voor de GDC.


Eindelijk plezier beleven aan het goede doel.

Donderdag 20 december 2012, Gorinchem - Op het Gymnasium Camphusianum organiseert de Goede Doelen Commissie (GDC) het hele jaar door acties om geld in te zamelen. In december was dit altijd de kerstmarkt. Maar dit jaar is er iets anders georganiseerd, namelijk de kerstkermis. Dit is iets heel anders qua aanpak en schaal. Uit onderstaande zal blijken dat deze actie veel succesvoller is geweest dan de oorspronkelijke kerstmarkt.

Plezier en poen.

Er waren een heel aantal dingen te doen op deze kerstkermis. Een van de eerste dingen die ik gedaan heb was de levende fruitmachine. Hierbij stonden 3 docenten op een rij en pakten op commando alle drie een stuk fruit uit een doos. Als dit drie dezelfde stukken fruit waren, won je een prijs. Ook een winstgevend evenement was het kapotgooien van ballonnen met pijltjes, voor mij dan. Andere evenementen waren de wiskundedocent bekogelen met sponzen, een dancebattle tegen de natuurkundedocent en je toekomst laten voorspellen door het orakel. Ook liepen er twee 'zwervers' rond en was er heel wat eten en drinken te koop. Voor elk wat wils dus. Dit betekende dat er door iedereen erg veel lol werd gemaakt en dat er veel geld werd uitgegeven. In dat opzicht is er meer succes geboekt dan met de kerstmarkten in de voorgaande jaren.
Het betere werk.
Persoonlijk vind ik dit een van de betere acties van de GDC. Voorgaande acties hebben bij mij en anderen geen goede herinneringen achtergelaten. De euro-actie is hier het beste voorbeeld van. Iedereen die hier aan mee moest doen mopperde aan een stuk over die vreselijke taak van de GDC. De kerstkermis zorgt echter voor meer vrolijkheid en een groter enthousiasme om de GDC te steunen. Dit enthousiasme was ook bij de kerstmarkt vorig jaar niet terug te vinden. Het feit dat dat dit jaar wel zo is, is een garantie voor succes.

Al met al is te zeggen dat de kerstmarkt een groot succes was. Ik zou zeggen: Doe dit volgend jaar weer!


Schrijfdoel: Informatief. Benaderingswijze: Persoonlijk.